Het beoordelingstraject door het Zorginstituut

Op 10 november 2022 bezochten de EUPATI-NL studenten 2021-2022 Zorginstituut Nederland. Op de agenda stond ook heldere presentatie waarmee de studenten inzicht welke stappen gezet worden in de beoordeling of een nieuw geneesmiddel wordt toegelaten tot het verzekeringspakket. Hier vind je het verslag van de hele dag

“Als een nieuw geneesmiddel wordt toegevoegd aan het basispakket, wordt er dan ook direct gekeken naar wat eruit kan?”, vroeg een van de studenten. Marijke: “Dat is niet zo eenvoudig, denk aan patiënten met contraindicaties. Eruit betekent echt dat een geneesmiddel voor niemand beschikbaar is. Haal je geneesmiddelen echt actief uit het pakket of laat je het de praktijk regelen? Als je voor het laatste kiest, blijft er veel verantwoordelijkheid bij behandelaars liggen. Dat blijft een dilemma. 

 

“Er zijn vooral veel ontwikkelingen op het gebied van Oncologie en voor de zeldzame doelgroepen”

 

Horizonscan Geneesmiddelen

Bij het Zorginstituut wordt voor geneesmiddelen gewerkt met een Horizonscan. Hierdoor is zichtbaar welke geneesmiddelen en indicaties in de pijplijn zitten voor marktregistratie. Door middel van triage (triage is een beoordeling van de ernst en de urgentie van de hulpvraag) op basis van risicogericht pakketbeheer beoordeelt het Zorginstituut niet alle geneesmiddelen. Alleen sluisgeneesmiddelen en extramurale geneesmiddelen worden beoordeeld door het Zorginstituut. Dat wekt nieuwsgierigheid. “Wat voor soort geneesmiddelen komt er op jullie af?”, wordt al snel gevraagd. “Er komen momenteel veel aanvragen van oncologische producten en geneesmiddelen voor zeldzame aandoeningen”, geeft Marijke aan.  

Proefdossier gecontroleerd op volledigheid

Marijke vervolgt haar verhaal: “De werkelijke planning is afhankelijk van de fabrikanten. De beoordeling van een geneesmiddel start zodra de fabrikant een vergoedingsdossier indient. Soms komt dat echt heel snel na marktregistratie, vaak duurt het wat langer. De eerste stap is de aanlevering van een proefdossier door de fabrikant: wij kijken of dit volledig is en hoe we het gaan behandelen. Wanneer het een voor ons onbekend ziektegebied betreft, of wanneer er recent veel is veranderd in het veld, organiseren we een scopingoverleg met de beroepsgroep, patiëntenorganisaties en soms ook zorgverzekeraars. We gaan dan onder andere in gesprek over de plaats van het geneesmiddel in het behandelregime en kijken naar wat nu al wordt ingezet aan zorg. Daarnaast bespreken we de relevante uitkomstmaten. We streven ernaar binnen 2 weken terugkoppeling te geven aan de fabrikant over een proefdossier.   

Als het definitieve dossier binnen is en dit compleet wordt verklaard door het Zorginstituut (bevat het dossier alle relevante zaken voor de beoordeling), start het beoordelingstraject.  De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) heeft hierbij een belangrijke rol. Bekijk het filmpje De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) in 1 minuut 

“Hoe is de samenstelling van de WAR?”, wil een van de studenten weten “Hier wordt bewust gekeken naar een goede verdeling. In de WAR zitten methodologen, apothekers, artsen, wetenschappers en onderzoekers, met een achtergrond in o.a. oncologie, hematologie en ziekenhuisfarmacie. Daarnaast wordt de farmacoeconomische expertise vertegenwoordigd door gezondheidseconomen. Bewust een gemixt gezelschap dus.
De WAR heeft verschillende werkcommissies, die bepaalde onderwerpen behandelen. Op de website van het Zorginstituut is te zien wie erin zitten én wanneer er vergaderd wordt. 

 

“De belangrijkste vraag blijft: Wat heb je voor elkaar over?”

 

Patiëntenorganisaties betrokken

Relevante patiëntenorganisaties worden op verschillende momenten bij de beoordeling betrokken. “Vaak weten we de juiste snel te vinden, omdat we al contacten hebben”, geeft Marijke aan. Een van de studenten vraagt hoe het gaat bij een nieuw indicatiegebied, als er geen patiëntenorganisatie in beeld is. “Dan gaan we zoeken”, zegt Marijke, “en googelen we of nemen contact op met koepelorganisaties. De koepelorganisatie sluit aan als er geen patiëntenorganisatie bestaat.

Tip van Heleen

Een aantal studenten heeft ervaring met het lezen van de stukken van het Zorginstituut: “Als je de stukken vaker hebt gezien, weet je op welke delen je goed moet letten. Student Heleen heeft nog een tip: Door omstandigheden kan er weinig tijd zijn om de stukken door te lezen. Is het echt onhaalbaar? Geef het zo snel mogelijk aan bij bij het Zorginstituut. Ik weet dat zij samen met je kijken naar wat mogelijk is binnen de planning van de beoordeling. 

Solidariteit blijft het uitgangspunt

Jacqueline Zwaap houdt zich bezig met het basispakket in de breedte; dat moet ook in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar zijn. Zij sluit de presentatie van Marijke mooi af: Ik werk al een lange tijd voor het Zorginstituut. Het is een interessant werkgebied. Ook belangrijk, het raakt mensen en solidariteit is het uitgangspunt. En dat wordt steeds ingewikkelder. Uitdagingen worden groter, ook omdat overheidsuitgaven stijgen. Op verschillende fronten, denk maar aan defensie. De belangrijkste vraag blijft: Wat heb je voor elkaar over?